Lactaattest op loopband

Wat is het verschil tussen het bepalen van uw drempels en uw hartslagzones. Tijdens een conditie en lactaattesting wordt vooral nagegaan hoe getraind u bent. Hoe lager uw drempels liggen, hoe meer ingezet moet worden om uw basisconditie of vetenergiezone te verbeteren. Wanneer de drempels hoog liggen, kan meer ingezet worden op bijvoorbeeld intervaltrainingen om uw conditie te “finetunen”.

Testpersoon met een beperkte conditie waarbij de drempels laag liggen:

Testpersoon met hogere drempels:

Tijdens de test identificeren we 3 grote zones waarbij sprake is van 2 omslagpunten:

• Vetenergie zone (zone 1): dit is de zone waar uw lichaam energie zal halen van uw vetten. Dit is de zone waarbij op lage intensiteit wordt getraind, wat uw basisconditie is, in de wandelgangen noemt men dit ook wel eens de aerobe-drempel (AT & LT 1). Op bovenstaande voorbeelden is deze zone in het blauw aangeduid.
• Koolhydratenzone (zone 3): de zone waarbij uw lichaam energie zal halen uit koolhydraten. Op de grafieken aangeduid in het rood. Men spreekt hier van het trainen op of boven de anaerobe drempel (ANT & LT 2).
• De mix (zone 2): dit is de zone waarbij een mix ligt van vetten en koolhydraten met een groot deel aan zuurstof. De zuurstofschuld zal na verloop van tijd wel toenemen. Dit verloopt meestal tussen de AT (LT 1) en ANT (LT 2) zones. Op de grafieken in het groen aangeduid.

Hartslagzones worden bepaald op basis van uw maximale hartslag of uw weerstandsdrempel (omslagpunt of ANT). De aantal zones varieert sterk, van 3 tot en met 9 in sommige gevallen. Hoe meer zones er worden gedefinieerd, hoe strakker de zones zijn (5 sl/min) waar het trainen in de juiste zone moeilijker wordt. Bij mijn testing houd ik het op 5 zones gebaseerd op de testresultaten.

Zones volgens een hartslagmeter:

Zones volgens een labotest: